Stap 3.2: het Goede Gesprek is constructief, positief en niet oordelend
Dit principe houdt in dat je zowel naar het verleden als naar de toekomst kijkt op een waarderende manier: wat werkt er voor jou? Waar leef je van op en waar krijg je energie van? Waar wil je meer van? Wat is belangrijk voor jou? Maar ook: wat is belangrijk voor je leidinggevende en de organisatie? Hoe maak jij voor de organisatie het verschil?
In het gesprek ga je met je gesprekspartner op zoek naar constructieve en positieve elementen. Je leert van de huidige situatie en dat wat werkt. Hiervoor gebruik je feedback. Met feedback kijk je dus terug: wat heb ik gedaan, hoe heb ik het doel tot nu toe aangepakt? Het geven en ontvangen van feedback wordt krachtiger als je dit gebruikt om tot positieve inzichten te komen die helpen om de toekomst vorm te geven. Naar de toekomst kijken doe je met de techniek die 'feedforward' heet. Dit komt bij principe 3 aan bod.
Feedback: bij feedback kijk je samen terug. Bij feedback gaat het om het teruggeven van je waarneming over de afgelopen periode of het gedrag van de ander.
Feedforward: hiermee kijk je samen naar de toekomst. Die ligt nog open en biedt dus ruimte om te dromen, te verkennen en te onderzoeken.
Gebruik van feedback
Feedback is een spel van geven en vragen. Je geeft feedback en vraagt actief feedback aan je gesprekspartner. Bij feedback gaat het om het effect van iemands gedrag of keuze en niet om een oordeel over het gedrag of die keuze. Het is iemands eigen waarneming. Bij feedback zeg je iemand niet wat die moet doen, dat laat je bij de ander. En als het over ‘waarderend onderzoeken’ gaat, dan richt feedback zich op positieve effecten van gedrag.
Feedback vragen
In het Goede Gesprek is het belangrijk om aan je gesprekspartner feedback te vragen. Niet alleen over jouw situatie, maar ook over het perspectief van de organisatie bijvoorbeeld. Feedbackvragen zijn open vragen.
Stel, het gespreksonderwerp is: doelen en verwachtingen. Dit zijn een paar voorbeelden van constructieve feedbackvragen:
- Wat waardeer je in de wijze waarop ik mijn werk uitoefen?
- Welke talenten, kennis en vaardigheden van mij komen goed tot hun recht?
- Welke andere sterke punten zie je bij mij?
- Op welke wijze zie je de belangen van de organisatie terugkomen in mijn handelen?
- Wat is een ding dat ik kan doen, dat voor jou het verschil maakt?
- Wat zou ik meer kunnen doen dat bijdraagt aan de kwaliteit van het werk?
Opdracht (pdf)
Vervolg e-learning
Naar stap 3.3Stappen in de e-learning het Goede Gesprek:
-
1: Introductie
-
2: Je gesprek voorbereiden
-
2.1: Doel van het gesprek bepalen
-
2.2: Procesmatige voorbereiding: kaders en afstemming
-
3: het Goede Gesprek voeren
-
3.1: Principe 1 - het Goede Gesprek gaat uit van een gelijkwaardige dialoog
-
3.2: Principe 2 (hier ben je nu)
-
3.3: Principe 3 - het Goede Gesprek is toekomstgericht
-
4: Samenvatting en afronding